Het probleem
Als je pedagoog bent, en zeker wanneer je met complexe problemen werkt, zul je dit herkennen: sommige cliënten hebben hardnekkige pedagogische problemen. Problemen die maar niet over lijken te gaan. Ondanks het harde werken van jouzelf en je cliënt, lossen deze problemen maar niet op (dat is immers wat hardnekkig betekent).
Het feit dat die problemen maar niet over lijken te gaan, zorgt dan voor frustratie en gevoelens van onmacht. Niet alleen bij jezelf maar ook bij je cliënt. In zo’n geval verliezen cliënten het vertrouwen in jou als hulpverlener én in het hele systeem. Er komt een gevoel van ‘Wat ik ook doe, het helpt toch niet’ of nog erger ‘Het komt toch nooit meer goed’. Een uitweg uit de situatie lijkt dan verder weg dan ooit.
Het feit dat het probleem hardnekkig is, wordt niet veroorzaakt door gebrek aan vakmanschap van de pedagoog of gebrek aan inzet van de cliënt. De hardnekkigheid van het probleem zit gebakken ín het probleem. Zo’n probleem bestaat uit veel probleemelementen die elkaar allemaal, en soms ook nog wederzijds, beïnvloeden. Een interventie zorgt dan voor verandering van één probleemelement, dat weer zorgt voor verandering in andere elementen, die weer zorgen voor veranderingen bij andere elementen. En regelmatig wordt zo het effect van de interventie teniet gedaan. Het heeft dan dus niet geholpen.
De theoretische achtergrond
Zo’n hardnekkig probleem dat maar niet verandert omdat de verschillende probleemelementen elkaar in evenwicht houden, noemen we een complex probleem. En dan niet complex in de zin van ‘ingewikkeld’ maar in de wetenschappelijk zin. Er is namelijk een hele tak van de wetenschap die zich bezighoudt met dit soort problemen: Complexiteitstheorie. Deze theorie wordt gebruikt om inzicht te krijgen in allerlei complexe processen zoals klimaatverandering.
Complexiteitstheorie speelt ook een rol in de economie, bijvoorbeeld de effectiviteit van ontwikkelingshulp, en in de sociale wetenschap zoals armoedebestrijding. Maar complexiteit heeft dus ook een rol in de pedagogische wetenschappen.
Complexe problemen hebben altijd, ongeacht hun vakgebied, een aantal specifieke eigenschappen:
- Complexe problemen zijn hardnekkig.
- Niet alle soorten verandering zijn even effectief in het veranderen van het systeem
- Mensen hebben de neiging om problemen te simplificeren
- Simpele oplossingen werken meestal niet voor complexe problemen.
- Het probleem is het gevolg van de interactie tussen alle verschillende probleemelementen: de structuur.
- Inzicht in hoe het probleem in elkaar zit (de structuur) geeft meer en andere handelingsmogelijkheden
- Inzicht in hoe het probleem in elkaar zit (de structuur) geeft ook inzicht welke handelingsmogelijkheden mogelijk wel effectief zijn.
- Mensen bewust maken van de complexiteit heeft een positief effect
Grote kans dat je in ieder geval een aantal van deze eigenschappen zult herkennen. Je zult ze in de praktijk vaak tegenkomen bij hardnekkige pedagogische problemen. Die problemen zijn dan waarschijnlijk complex.
Oplossing
Om goed om te kunnen gaan met die specifieke eigenschappen, moet je wel wat in je mars hebben. Zo kunnen een aantal specifieke kennis en vaardigheden ervoor zorgen dat je de kans vergroot om complexe pedagogische problemen op te lossen.
1. (h)erkennen
Voordat je aan de slag kan gaan met die specifieke kennis en vaardigheden, zul je eerst complexe pedagogische problemen moeten herkennen. Hoe kun je ze herkennen, welke gedragingen horen daarbij? Maar met alleen herkennen ben je er nog niet. Je moet ook durven erkennen dat problemen complex zijn en dat simpele oplossingen dus per definitie niet bestaan. Werken met complexe problemen betekent dat je er nooit zeker van bent dat wat je gaat doen gaat werken. Daar is een bepaalde houding en ook best wat moed voor nodig. Die benodigde houding en moed is dan ook de basis voor het idee van de Dappere Pedagogen.
Het (h)erkennen van complexe pedagogische problemen wordt behandeld in de eerste (online) module die Basiskennis heet. Je krijgt hier een beter inzicht in wat complexe problemen zijn, welke invloed die onderlinge beïnvloeding heeft en welke eigenschappen een complex probleem heeft. Ook geven we een aantal praktische tips voor het werken met cliënten met complexe problemen.
Meer weten? Lees dan deze tip over het herkennen van complexe pedagogische problemen.
2. Visualiseren
Als je erkend hebt dat een probleem complex is, kan het oplosproces starten. Om enige kans op succes te hebben, moet je weten hoe een probleem in elkaar zit, welke elementen er allemaal invloed hebben op het probleem en hoe die elementen elkaar beïnvloeden. Complexe problemen zijn complex (duh) en daarom is taal niet zo geschikt om dat inzicht te creëren. Plaatjes (zogenaamde systeemdiagrammen) geven een veel beter inzicht. Daarom is het visualiseren van het probleem, de elementen en hun relaties zo belangrijk.
Voor het visualiseren zijn speciale technieken en methodes beschikbaar en die behandeld worden in de module ‘Visualiseren’. Na afloop kan je een systeemdiagram (causal loop diagram) maken van een complex probleem. Dit diagram kan je vervolgens gebruiken voor het analyseren (module 3) van het systeem en voor het selecteren (module 4) van een interventie. Het systeemdiagram is ook een heel goed hulpmiddelen om aan anderen (je client, je baas, je collega’s) uit te leggen hoe het systeem werkt (module 5).
Meer weten? Lees dan hier meer over systeemdiagrammen en waar ze goed voor zijn.
3. Analyseren
Als je een systeemdiagram hebt, kan je dat gebruiken om uit te zoeken hoe het probleemgedrag ontstaat. Je kunt dan ook uitleggen waarom interventies uit het verleden niet (genoeg) hebben gewerkt. Zo’n uitleg kan cliënten helpen om inzicht te krijgen in hun problemen en waarom eerdere interventies niet hebben gewerkt. Het feit dat het niet hun schuld was, maar ook niet van de hulpverleners, kan nieuwe hoop geven.
In deze module leer je meer over hoe gedrag ontstaat en de factoren die daarbij een rol spelen. Zo zijn er bepaalde patronen in een systeemdiagram die specifiek gedrag veroorzaken. Er worden technieken besproken om deze patronen te vinden. Na afloop van deze module kan je deze patronen herkennen in je eigen casus en zo het probleemgedrag verklaren. Deze analyse is de basis voor de volgende module: selecteren.
Meer weten? Lees dan hier meer over het simpelste patroon: de feedbackloop
4. Selecteren
Als je na de analyse een beeld hebt van hoe het probleemgedrag ontstaat en welke factoren er allemaal een rol spelen, kun je een interventie uitkiezen die het probleem oplost of in ieder geval de goede kant op stuurt. Waar moet je rekening mee houden, wat is wel en niet een goed idee? Welke rol speelt je client hierin?
Allereerst zul je moeten beslissen welke probleemelementen in aanmerking komen zijn voor verandering. Er zijn verschillende technieken die je kunnen helpen in die keuze. Daarna moet je beslissen hoe, met welke interventies, je die elementen wilt veranderen. Waarschijnlijk zijn er verschillende interventies mogelijk, maar niet alle soorten interventies zijn even effectief wanneer je met complexe problemen te maken hebt. Dit leer je allemaal in de module ‘Selecteren’. Ook komt de rol en het belang van monitoring uitgebreid aan de orde. Je gebruikt een eigen casus, bijvoorbeeld die uit de module ‘Analyseren’ om een gefundeerde keuze te maken voor een interventie.
5. Communiceren
Complexe systemen en complexe problemen zijn lastig te bevatten. Mensen hebben de neiging om complexiteit te versimpelen om het behapbaar te maken. Dit maakt het werken met complexe problemen soms nog moeilijker dan het al is. Het maakt het bijvoorbeeld lastiger om de juiste informatie te verzamelen tijdens het visualiseren. En het maakt het verantwoorden van beslissingen, zowel naar opdrachtgevers als naar cliënten lastig. Kunnen uitleggen wat complexiteit is maar vooral wat dat betekent voor het probleem waarmee jullie aan het werk zijn, is essentieel voor het slagen van het hele hulpverleningsproces.
Afhankelijk van de situatie, met wie je communiceert en met welk doel, zijn er verschillende technieken mogelijk. Ook zijn er verschillende hulpmiddelen die je kunt inzetten om je boodschap duidelijk te maken. In deze module leer je verschillende technieken en hulpmiddelen, ga je daarmee oefenen en uiteindelijk toepassen in een eigen casus.
De uitkomst
Werk je met pedagogische problemen die maar niet lijken op te lossen? Problemen die elke interventie lijken te negeren en blijven bestaan? Zien jij en je client er tegenop om weer iets proberen, wetende dat andere interventies niet geholpen hebben? Voel je je gefrustreerd of handelingsverlegen door deze hardnekkigheid?
Stop dan met het simplificeren van het probleem en erken dat het complex is. Gebruik die complexiteit om meer en andere handelingsmogelijkheden te ontdekken. Ga samen met je client op zoek naar iets dat wel zou kunnen werken, wetend hoe complex het is.
Durf het zoeken naar simpele oplossingen los te maken. Durf te erkennen dat sommige problemen gewoon complex zijn. Durf onconventionele oplossingen voor te stellen, zeker als je kan laten zien dat het wel zou kunnen werken. Wees niet bang om te falen, omdat je weet dat elke informatie een echte oplossing dichterbij brengt.
Meer weten? Kijk hier voor wetenschappelijk artikelen die complexiteit gebruiken om zaken te begrijpen en verklaren.
Of gebruik de zoekknop in het menu.
Je kunt ook lid van de facebookgroep van dappere pedagogen of je inschrijven voor onze nieuwsbrief.