Dit is dus ons uitgangspunt: sommige problemen zijn complexe problemen. Een van de eigenschappen van een complex probleem is dat het probleem als geheel, dus alles probleemelementen samen, gedrag gaan vertonen. Dat heet emergentie. Maar wat is emergentie? Ik leg het uit.
Emergentie als gevolg van complexiteit

Het antwoord, het zal je niet verrassen, is complexiteit. Specifieker hebben we hier te maken met het begrip emergentie. Emergent betekent volgens het woordenboek: ‘spontaan optredend, te voorschijn tredend’.
Het woordenboek heeft nog meer te melden: ‘Een emergente kwaliteit of emergent gedrag is het gevolg van toegenomen complexiteit wanneer verschillende elementen of processen tot een groter geheel verbonden worden. De emergente kwaliteit of het emergente gedrag is dan een kwaliteit van het nieuwe object of de nieuwe groep die geheel niet of niet in die mate of met die kwaliteit, aanwezig is bij een van de afzonderlijke elementen.’
Lastig definitie, dus ik probeer hem even uiteen te rafelen.
Verschillende elementen of processen tot een groter geheel verbonden worden.
Verschillende elementen vormen samen een systeem. Elektronische componenten die samen een computer vormen, mieren die samen een kolonie volgen, biologische cellen die samen een kind maken, en mensen die samen een gezin maken. Computers, kolonies, kinderen en gezinnen zijn allemaal ‘dingen’ (systemen) die bestaan uit verschillende onderdelen. Verschillende onderdelen bij elkaar worden samen een ‘ding’ wanneer ze onderling verbonden zijn. Als je willekeurig 4 volwassenen en kinderen bij elkaar zet, is het nog geen gezin. Het wordt een gezin wanneer er er sprake is van een of andere biologische band, een economische band maar zeker een emotionele band. Het is die samenhang, die relatie, die een groep mensen tot een gezin maakt.
Maar ook problemen kunnen een systeem zijn. Het bestaat uit probleemelementen (armoede, afstand tot arbeidsmarkt, stoornis, opvoedproblemen) die samen ‘het probleem’ zijn.
De emergente kwaliteit, of het emergente gedrag, is dan een kwaliteit van het nieuwe object.
Dat samengestelde ‘ding’ (kolonie, kind, gezin, probleem) heeft eigenschappen. Een kolonie kan een nest bouwen, zorgt voor de nakomelingen, kan oorlog voeren met andere kolonies. Een kind kan lopen, is verlegen of juist extravert. Een gezin is rijk, is dysfunctioneel, of heeft hulp nodig. Het probleem is het gedrag van het kind of gebrek aan empowerment bij de ouder. Het ‘ding’, dat eigenlijk alleen een verzameling is, heeft dus eigenschappen die waargenomen, gemeten, en veranderd kunnen worden.
die geheel niet of niet in die mate of met die kwaliteit, aanwezig is bij een van de afzonderlijke elementen.
Eén mier weet niet hoe hij een nest moet bouwen. Hij weet alleen hoe hij een grassprietje moet neerleggen. Het bouwen van de kolonie zit dus niet in de mier. Een kind dat verlegen is, is niet een kind dat opgebouwd is uit ‘verlegen’-cellen. Een dysfunctioneel gezin hoeft niet te bestaan niet uit dysfunctionele gezinsleden. Het kind is geen vervelend kind en de ouder is in normale omstandigheden prima instaat om de eigen problemen op te lossen. Het gedrag van het geheel, zit niet in de onderdelen.
Kortom

Kortom: Het zijn de onderdelen samen, met hun onderlinge relatie, in een gegeven context, die het gedrag van het geheel bepalen.
Welk emergent gedrag ontstaat, is haast niet te voorspellen. Het ligt immers niet vast in de aanwezigen elementen. De interactie tussen de elementen (en toeval) bepaalt de emergentie.
En wat is nu de relatie tussen emergentie, pedagogiek en complexe problemen?
Het gedrag van een systeem is emergent gedrag van dat systeem. De verlegenheid van een kind ontstaat uit een samenspel van genetische, sociale en ontwikkelingsfactoren. Huiselijk geweld is emergent gedrag van een gezin en ontstaat uit wederzijdse beïnvloeding tussen de eigenschappen van de verschillende gezinsleden in een bepaalde omgeving.
Het gedrag van een probleem is dus emergent gedrag. Het ontstaat uit de interactie tussen de probleemelementen. Stel een ouder heeft een probleem. Dan zou er zo maar het volgende kunnen spelen: slecht zelfbeeld, verwaarlozing in de jeugd, armoede, kind met ADHD, gebrek aan sociaal vangnet, geen rijbewijs. Dit zijn dus allemaal probleemelementen. Elk van elementen op zich is niet de oorzaak van het probleem. En, dit is belangrijk, het is zelfs niet de optelsom van al deze probleemelementen. Het is de interactie tussen de probleemelementen die het probleem veroorzaakt
Als pedagoog willen we vaak het emergente gedrag van problemen veranderen: de mishandeling moet ophouden, ouders moeten ‘empowered’ worden of opvoedvaardigheden moeten worden verbeterd. Dat is meestal niet eenvoudig omdat dit ongewenste gedrag dus vanzelf is ontstaan (=emergentie). Het zal niet veranderen als er niets aan de interactie tussen de elementen verandert.
Houd in ieder geval in gedachte: hoe complexe het systeem, hoe meer de verschillende elementen elkaar beïnvloeden en hoe moeilijker het emergent gedrag verandert.