Sociaal kapitaal als complex begrip

opleidingen

Meepraten?

Kom bij de facebookgroep voor pedagogen die niet bang zijn voor complexiteit!

Onderstaande video (30 min) is een video verslag van onderstaande tekst.

Betekenisvolle interacties

Sociaal kapitaal is de waarde die in een gemeenschap zit en die ter beschikking staat aan die gemeenschap. Dus kan je iemands auto lenen, een recept vragen, een aanbeveling voor een boek, maar ook referentie voor de baan die je wilt.

Voor dit schema heb ik het Betekenisvolle interacties genoemd. Dus interacties waar je wat aan over houdt. Dat hoeft niet alleen praktische steun te zijn. Iemand die naar je luistert kan heel veel hulp en steun geven. Dat is dus ook betekenisvol.

Basis: Deel 1

Sociaal kapitaal is waarde in een netwerk. Voor een netwerk heb je mensen nodig die elkaar ontmoeten. Dit kan theoretisch gezien ook digitaal zijn, maar dat maakt voor dit plaatje eigenlijk niet uit.

Dit is de eerste basis feedbackloop. Als mensen elkaar meer ontmoeten, dan is er meer gelegenheid om overeenkomsten te zien. En dat is de basis voor meer betekenisvolle interacties = sociaal kapitaal.

Basis – Deel 2

Dit is het tweede deel van de basisloop. Hoe vaker mensen elkaar ontmoeten, hoe vaker er vertrouwen groeit tussen mensen. En als er vertrouwen is, is het makkelijker om een wat diepere verbinding te krijgen. Je durft iets te vragen omdat je er op vertrouwd dat de andere je niet zal uitlachen of tegen je zal gebruiken. Hoe meer vertrouwen er is in een gemeenschap, hoe meer betekenisvolle interacties (=sociaal kapitaal)

Basis

Daar komt nog bij dat hoe meer overeenkomsten je ziet, hoe makkelijk het is om te vertrouwen.

In dat opzicht zit er in homogene groepen (groepen van ongeveer dezelfde soort mensen) ook meer sociaal kapitaal.

De totale feedbackloop ziet er zo uit:

Er zijn vier elementen die elkaar versterken (een versterkende loop dus)

Als je 1 van deze 4 kunt vergroten/verhogen dan zal wordt het effect steeds groter. Een kleine verandering kan dus grote gevolgen hebben.

Lotgenoten

Zoals je ziet, heeft Overeenkomsten invloed op twee verschillende elementen: vertrouwen en betekenisvolle interacties. Als je het vertrouwen beïnvloed, beïnvloed je dus de betekenisvolle interacties, direct én indirect. Dat is dus een uitstekend punt om je interventie op te richten.

Zo kan je een lotgenotengroep organiseren. Je laat een aantal mensen met gelijk “problemen” bij elkaar komen. Zo heb je meer ontmoetingen, wat dus de betekenisvolle interacties vergroot, maar het vergroot de overeenkomsten. En dat was een goed interventie punt hadden we net beredeneerd.

Een lotgenoten groep is eigenlijk ook een systeem. Dit systeem is dan onderdeel van het grotere systeem in b.v. een wijk. Het organiseren van een lotgenoten groep vergroot niet alleen het sociaal kapitaal binnen de groep, maar ook in het grotere systeem.

Als je hulp nodig hebt, durf je (vanwege het vertrouwen) dat aan iemand uit de groep te vragen, zelfs als dat niet gerelateerd is aan het probleem van de groep. Neem als voorbeeld een groep voor alleenstaande moeders. Als je nu wil vragen of iemand je hond uit wil laten, durf je dat te vragen. Iemand kan dan zeggen: “Ik kan niet, maar ik weet dat mijn buurvrouw graag op honden past. Ik loop zo even met je mee”. Dan ontstaat er een nieuwe ontmoeting (met de buurvrouw) en is er al een overeenkomst (jullie houden allebei van honden). Dan is er in het grotere, overkoepelende netwerk ook een betekenisvolle interactie gedaan, en dus het sociaal netwerk vergroot.

Mobiliteit

Een andere manier om het aantal ontmoetingen te vergroten, is om te zorgen voor meer mobiliteit. Dan kun je denken aan zowel infrastructuur (openbaarvervoer, veilige fietspaden) als aan persoonlijke mobiliteit (de beschikking hebben over vervoersmiddelen, zoals fietsen of auto’s).

Als er meer mobiliteit is, kunnen mensen elkaar makkelijker ontmoeten. Je kunt op de koffie gaan, met iemand gaan winkelen of naar de bibliotheek. Maar sociaal kapitaal zorgt ook voor meer mobiliteit: Je kan met iemand meerijden, iemands fiets lenen, of een fietszitje zodat je met je kind naar de speeltuin kan i.p.v. thuis te zitten.  

Ook de mogelijkheid voor senioren om voor half geld te reizen kun je in dit kader bekijken. Op bezoek kunnen bij je zus in Groningen is dan ineens wel betaalbaar.

Voorzieningen

Wat je ook veel ziet, is het creëren van mogelijkheden om bij elkaar te komen. Je kunt denken aan bibliotheken of een wijkcentrum, maar soms ontstaat er spontaan een plek in een park. Een gelegenheid om ontmoetingen te creëren: een voorleesmiddag, een ochtend voor alleenstaande moeders (lotgenoten) of een plek voor de toneelvereniging om op te treden (ontmoetingen en overeenkomsten).  Veel (maar niet alle) van die voorzieningen worden gemaakt met geld van een overheid en daar zal dus beleid voor zijn.

Het is niet de aanwezigheid van voorzieningen die een grote rol speelt, maar vooral het bezoek aan voorzieningen. Geen bezoek, betekent geen ontmoetingen. Maar dat kan alleen als de voorzieningen er zijn.

Bij ons in de wijk wordt bijvoorbeeld de jeu-de-boulebaan voor het bejaardentehuis opgeknapt, zodat senioren samen kunnen komen voor een potje (ontmoeting en overeenkomst). Ook is er een gezamenlijke compostbak gestart en worden de speeltuintjes opgeknapt. Allemaal in het kader van sociale cohesie en dus van sociaal kapitaal.

Voorzieningen en mobiliteit

Hier ligt dan ook gelijk een link tussen mobiliteit en bezoek. Als het wijkcentrum te ver weg is om te lopen, kun je niet gaan. Als de jeu-de-boule baan niet toegankelijk is voor rolstoelen, heb je als minder-valide minder ontmoetingen. Mobiliteit beïnvloedt dus de ontmoetingen direct en indirect, en is daarom een potentieel punt voor interventies.

En dat zie je ook in de praktijk: buurtbussen, bussen die voor het ziekenhuis stoppen. (Niet alleen belangrijk als je zelf moet, maar ook als je bij iemand op bezoek wilt gaan). Maar denk ook aan fietslessen voor vluchtelingen. Zo verhoog je hun mobiliteit en daarmee potentieel dus ook hun sociaal netwerk en het sociaal kapitaal van de hele buurt.

Armoede

Maar het is natuurlijk niet allemaal goed. Iets wat een flinke negatieve impact heeft sociaal kapitaal is Armoede. Mensen met weinig geld hebben minder ontmoetingen: ze durven niet op de thee te vragen, kinderen durven geen vriendjes mee te nemen, er is geen geld voor het zwembad (https://sire.nl/campagnes/kinderen-in-armoede/). Minder ontmoetingen, betekent uiteindelijk minder sociaal kapitaal. Dit heeft wel invloed, maar er is hier geen versterkende loop.

In dit plaatje wordt armoede niet beïnvloed, is het geen onderdeel van een feedbackloop. Maar…

Armoede veroorzaak Armoede

Het plaatje wordt anders als je Werkloosheid er aan toevoegt. Als je geen werk hebt, wordt het lastiger om aan je levensbehoefte te voldoen. Dus in een wijk betekent meer werkeloosheid, meer armoede.

Maar een groot sociaal kapitaal helpt tegen werkeloosheid. Het vinden van een baan wordt makkelijker als je veel mensen kent, en dan natuurlijk vooral in de sector waar je werkzaam bent. Je kunt een tip krijgen voor een baan die voor jouw geschikt is, of een referentie (https://www.movisie.nl/artikel/kracht-informele-netwerken-vinden-werk ). Dus hoe groter het sociaal kapitaal, hoe kleiner de werkeloosheid. En dan heb je ineens wel een zichzelf versterkende loop: armoede geeft minder sociaal kapitaal, geeft meer kans op werkeloosheid en dus meer kans op armoede. De loop heeft twee negatieve beïnvloedingsrelaties, de rode pijlen, en is dus versterkend.

Werkeloosheid en ontmoetingen

Maar het is eigenlijk nog erger: Als je werk hebt, heb je ontmoetingen met mensen met een overeenkomst. Veel werkende mensen in je wijk, betekent dus ook meer sociaal kapitaal. Als je werkeloos bent, heb je niet alleen minder geld, je mist nu ook de ontmoetingen met collega’s. Er vallen dus twee dingen weg. Veel werkelozen in een wijk is dus geen goede zaak voor het sociaal kapitaal.

Meer Armoede

Maar armoede heeft nog grotere effecten.

Als je weinig geld hebt, ben je vaak minder mobiel. Geen auto, minder geld voor openbaar vervoer, dus je mobiliteit is minder. Ook het bezoek aan voorzieningen is lager, zeker die voorzieningen die geld kosten (in toegang, deelname of vervoer). Dus een bezoek aan bibliotheek kan nog wel, maar alleen als je daar op de fiets naar toe kan. En als je dan geen oppas nodig hebt voor je andere kinderen. Sporten kost geld, dus dat is lastig.

Hele plaatje

Als je al deze dingen bij elkaar zet, ziet het plaatje er zo uit.

Sociaal kapitaal als complex begrip

Het is echt niet compleet, en zal bovendien verschillen per buurt. Je zou b.v. de diversiteit van de buurt er nog bij kunnen doen (minder overeenkomsten) of sporten (meer ontmoetingen, meer overeenkomsten, maar negatief beïnvloedt door armoede)

Elk van de elementen uit dit plaatje zijn aanknopingspunten voor interventies. Daarbij is vooral belangrijk om te kijken naar welke versterkende loops er zijn en welke daarvan onderbroken kunnen worden.

Armoede lijkt in dit geval een goede keuze, maar vaak buiten de scoop van pedagogen. Mobiliteit is wel een optie, zeker als je het sociaal kapitaal gebruikt voor versterken. We hebben het al gehad over fietslessen, maar ook het ruilen van kinderfietsen, het aanbieden van fietsstoeltjes, autodelen/meerijden organiseren voor evenementen enz.

Als je kijkt naar welke interventies er allemaal zijn voor het verbeteren van sociale cohesie en sociaal kapitaal in een wijk, denk ik dat je ze allemaal hierin terug vindt.

Maar wat ook interessant is, waarom werkt het soms niet? Welke balancerende loops zijn er? (dat zijn loops die de situatie laten zijn zoals die was) Ik denk bijvoorbeeld aan wantrouwen tegen de overheid. Dan zal het effect van voorzieningen waarschijnlijk minimaal zijn. Of segregatie in een wijk waardoor ontmoetingen haast niet plaatsvinden en het vertrouwen waarschijnlijk minimaal is.

Net als dat de sterkte van de beïnvloeding kan verschillen per wijk (mobiliteit in een rijke buurt zal daar minder een punt zijn dan in een arme wijk) zullen ook de tegenkrachten overal anders zijn. Alleen onderzoek (vragen aan de mensen uit de wijk zelf) kan daar antwoord op geven.

Je kunt de presentatie, inclusief de bijbehorende tekst ook bekijken op:

https://bleppie.kumu.io/sociaal-kapitaal-als-complex-systeem


Meer weten over sociaal kapitaal als complex begrip?

Kijk dan naar dit artikel dat sociaal kapitaal meer vanuit het individu bekijkt. Of klik hier voor alle artikelen over sociaal kapitaal.

Klik hier als je meer wilt meer weten over complexiteit en pedagogiek in het algemeen.

dynamiek in pedagogiek

Wat zoek je?

Meer weten over hardnekkige pedagogische problemen?

podcast aanvragen

Ik stuur je drie dagen lang, elke dag een podcast waarin ik je vertel wat hardnekkige pedagogische problemen zo bijzonder maakt en wat dat voor jou als professional betekent.

dynamiek in pedagogiek

Deze website maakt gebruik van cookies. Door de site te blijven gebruiken, ga je akkoord met ons cookiebeleid. Meer informatie: Privacybeleid​