Een open deur waarschijnlijk, maar toch: het ene probleem is het andere niet. Sommige problematische situaties zijn zo opgelost en andere blijven maar een zooitje. Hoe komt dat toch? Het zal je niet verrassen dat ook daar onderzoek naar is gedaan. Daarover gaat deze blog.
Puzzels – een kwestie van oplossen
Sommige problemen kunnen snel worden opgelost, zoals wanneer je een cake wilt bakken, maar er geen eieren meer zijn. In dat geval kun je even naar de buurvrouw lopen om twee eieren te lenen. Uiteraard kunnen er complicaties optreden, zoals wanneer de buurvrouw twee kilometer verderop woont, je geen auto tot je beschikking hebt, of je kind op dat moment ligt te slapen. Hoewel de oplossing duidelijk is, is het nog wel een uitdaging om precies uit te puzzelen hoe je het probleem kunt oplossen. Dit soort problemen noemen we puzzels. In de preventieve hulpverlening kom je dit type problemen het meest tegen. In de tweedelijnszorg komen ze minder vaak voor, omdat de meeste mensen dit soort puzzels zelf kunnen oplossen of slechts een beetje hulp nodig hebben. We noemen deze problemen ook wel eenvoudige problemen.
Problemen – meer complexiteit
Een ander soort problemen, in het Engels “problems” genoemd, zijn complexer. Door middel van onderzoek kun je het probleem wel duidelijk krijgen, maar de oplossing is niet direct voor de hand liggend. De meest gebruikte tactiek om dit soort problemen op te lossen, is door het probleem in kleinere stukjes op te delen en vervolgens die deelproblemen één voor één op te lossen. Wanneer alle deelproblemen zijn opgelost, is ook het grote probleem opgelost. Voor het oplossen van dit soort problemen is vaak een expert nodig. Deze problemen komen dan ook regelmatig bij ons als experts terecht. In het Nederlands noemen we dit gecompliceerde of tamme problemen.
Zooitjes – complexiteit ten top
Maar soms heb je problemen waar het ophakken in stukjes niet werkt. Heb je één deelprobleem opgelost, dan valt een oplossing van een ander deelprobleem weer in elkaar. Een oplossing op één gebied, zorgt voor een probleem in een ander deelgebied. Als je dit soort problemen goed bekijkt dan zie je dat alles met elkaar verweven is. Oorzaak en gevolg zijn niet meer goed te onderscheiden. Sommige dingen zijn zelfs oorzaak én gevolg van zichzelf. Sommige deeloplossingen hebben een positief gevolg voor het ene en een negatief effect voor een ander deelprobleem. Dit zijn de problemen die in het Engels messes heten. Wij noemen ze een zooitje (meervoud: zooitjes) . Dit soort problemen zien we vaak in de multi-problem gezinnen. Maar waarschijnlijk is het probleem van gezin met een klein maar bijzonder hardnekkig probleem ook een zooitje. We spreken dan over complexe problemen.
Aangezien het ophakken in stukjes niet werkt, heb je voor dit soort problemen een andere tactiek nodig. De basis voor die oplossingen kun je vinden in de complexiteitstheorie. Als je met een complexe bril naar zooitjes kijkt, zie je andere dingen, en daarmee ook meer en andere oplossingen. En als bonus wordt jouw rol in zo’n oplossingsproces ook nog eens duidelijker. Als het niet lukt, is het niet jouw schuld, en zeker ook niet de schuld van de cliënt: “It’s the system” (eigenlijk is de hele quote “It’s the system, stupid”, maar dat stond zo hard).
Bron:
Lees hier nog meer over waarom het niet slim is om complexe problemen te versimpelen
Meer weten? Klik hier voor een blog over de rol van complexiteit in de pedagogiek.
Hier lees een tip over je hoe je pedagogische complexiteit in de praktijk kunt herkennen.